In dit debat werd met een aantal deskundigen de gevolgen van het staande prostitutiebeleid besproken. Naar aanleiding van het debat kan het GroenLinks standpunt inzake prostitutie nader bepaald worden. De GroenLinks notitie “Only rights can stop the wrongs” werd als uitgangspunt genomen.
Aan
het woord kwamen onder andere:
- Marjan Wijers:
onderzoeker van het Verwey-Jonker instituut.
- Karina Schaapman:
gemeenteraadslid van de PvdA te Amsterdam.
- Marieke van Doornick:
gemeenteraadslid GroenLinks te Amsterdam en medewerker La Strada
- Peter Bosman:
beleidsambtenaar openbare orde & veiligheid, gemeente Utrecht.
- Paula Bezemer en Cécile
Lankfeld: directeur Shop: Stichting Hulpverlening en Opvang Prostituees.
- Sietske Altink: lid
Rode Draad, belangenvereniging prostituees.
- Nevin Özütok: Tweede
Kamerlid voor GroenLinks.
- Ted Peer: Coördinator
van het Landelijk expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel van de
politie.
Het debat werd voorgezeten door Mathieu Heemelaar, fractievoorzitter
voor GroenLinks in Amsterdam Westerpark.
Verder
aanwezig (voor zover bekend): Mieke van der Vegt, Jacqueline
Kuppens
Lucile
Landveld, Annemarie kerkhoff, Greetje Bijl, Suzanne Hautvast, Saskia
Terwel, Francina
de Pater, Anna Hivert, Jane Lobbrecht, Pieter Tinbergen, Jantien ten Brink,
Larissa Pans, Bert Geurink, Kees van der Hulst, Remco van de Stoep.
Het
eerste deel van het programma werden de standpunten van de sprekers toegelicht.
Na de pauze volgde discussie a.d.h.v. 4 stellingen.
Marjan
Wijers: “deskundige, lid van GroenLinks en feministe”
- GroenLinks moet de
strijd voor meer rechten voor sekswerkers moet steunen. Arbeidsrechten
zijn in de laatste eeuw een goede – al zij het moeizame - manier geweest
om arbeiders te emanciperen, te zorgen dat ze zichzelf kunnen organiseren
en uitbuiting verminderd kan worden.
- Daarnaast moeten
vrouwen meer arbeidskeuzes krijgen, maar dat betekent niet dat het
sekswerk geen aandacht meer behoeft.
- Hulpverlening is een
belangrijke schakel, die permanente aandacht behoeft en niet moet
verminderen.
- In de huidige tijd
wordt steeds meer geregeld via het strafrecht. Dat is slechts de derde
belangrijke factor bij de oplossingen. Ze pleit er dan ook voor dat een verblijfsvergunning
voor illegale vrouwen niet afhankelijk moet zijn van het instrumentele
belang dat justitie bij hen heeft, maar het dient gebaseerd te zijn op de
veiligheidsrisico’s voor deze individuele vrouwen.
- Er moet beleid komen
voor alle verschillende situaties, want sekswerkers zijn geen homogene
groep.
- Ze pleit in het
algemeen tegen maatregelen die stigmatisering bevorderen.
Marieke
van Doornick: “ van anti-porno-activist naar sekswerkersactivist”
- De opheffing van het
bordeelverbod heeft de misstanden van ervoor vooralsnog niet verholpen. De
arbeidsverhoudingen waren vroeger onduidelijk, maar nu hebben prostituees
het nadeel van een bazige exploitant en een zelfstandigenstatus incl.
administratie en onzekerheden. S. Altink vult aan dat men door de
introductie van arbeidsrechten wel bewuster is geworden van bepaalde
dingen. 6 x 12 uur werken wordt tegenwoordig gezien als een misstand.
- De opheffing van het
bordeelverbod heeft kunnen ontstaan in een sfeer vanuit de overheid op
zoek naar regulering en vanuit de sekswerkers op zoek naar meer
arbeidsrechten. Het reguleren van de sector is de voornaamste uitgevoerde
trend geweest (en zoals later zal blijken ook lang niet voldoende of even
effectief tegen het voorkomen van misstanden). Voor de rechten van de
werkers is veel minder gebeurd. De Rode Draad e.d. verkeren nog steeds in
een moeilijke situatie.
- Het bevorderen van de
rechten van prostituees is daarom nog steeds urgent aan de orde. Een
informatiecentrum is hiervoor een middel.
Karina
Schaapman “Publieke verontwaardiging over vrouwenonderdrukking is nodig”
- pleit voor veel meer
hulp en arbeidsrechten voor prostituees
- Maar daarmee loop je
wel het risico dat het beeld van prostitutie ‘normaal’ wordt. Dat heeft
grote maatschappelijke effecten, die ook de emancipatie van vrouwen in het
algemeen ondermijnen. Prostitutie is een verzinnebeelding van
vrouwenonderdrukking en geen normaal beroep, maar een beroep waar vrouwen
veel meer dan elders bloot gesteld worden aan minachting, walging naast
geweld en criminaliteit.
- De overheid moet daarom werken aan seksuele voorlichting
op scholen en het veranderen van de moraal van jongens en zeker ook die
van klanten.
- Zij ziet dat dit proces
aangejaagd moet worden, b.v. door
politiek en vrouwenbeweging, die hun publieke verontwaardiging over deze moraal meer kunnen laten
zien.
- De opheffing van het
prostitutieverbod heeft weinig opgeleverd en wel nieuwe nadelen gebracht:
er is meer handel in paspoorten e.d. gekomen.
Nevin
Özütok:” geen deskundige op dit terrein, maar wel op het gebied van
arbeidsrecht: een belangrijk strijdmiddel”
- heeft vragen bij de
handhaving van de huidige wet.
- Vindt als traditioneel
feministe emancipatie belangrijk. Als vakbondsvrouw ziet ze in ieder geval
een weg daar naartoe via arbeidsrechten. Dat is een belangrijke basis voor
bewustwording, mondigheid, veiligheid. Zelfs in gevestigde sectoren is het
arbeidsrecht nog niet uitontwikkeld. Laat staan in deze sector waar het
nog maar 6 jaar bestaat.
- Ze is huiverig om een
moreel oordeel over prostitutie te hebben en houdt het mede daarom liever
praktisch. Ondertussen moet de overheid maatschappelijke discussie wel
bevorderen.
- Ze pleit ervoor dat bij
het aanpakken van misstanden ook nadrukkelijk de situatie van illegalen
betrokken wordt. Sekswerk wordt momenteel b.v. nog niet in het
vreemdelingenrecht benoemd.
- Alleen met de kans op
een duurzame verblijfsvergunning heb je kans dat je de criminaliteit rond
prostitutie echt kunt bestrijden.
Ted
Peer: “ Er is zeker nog veel uitbuiting aan de hand”.
- geeft aan dat de
bestaande privacywetgeving het werk van de politie tegenwoordig soms
tegenwerkt.
- A.d.h.v. de
vreemdelingenwetgeving wordt gewerkt aan de problematiek van AMA-meisjes.
- Met wetten kun je niet
alles regelen. Het is een vrije branche die blijft bestaan. De mobiliteit
van de vrouwen maakt het oplossen van het probleem moeilijker.
- Hij pleit ervoor dat de
VNG landelijk en centraal registratie maakt en bijhoudt van de bedrijven.
Peter
Bosman: “zelden zo’n zware verantwoordelijkheid gevoeld”
- probeert samen met de
dienst Maatschappelijke Ondersteuning en de GG&GD de handhaving van
het gemeentelijk prostitutiebeleid vorm te geven.
- Hij vergelijkt de
problemen rond prostitutie met die van verslaafden en met die van de
drugssituatie: bestuurlijke maatregelen, strafrecht èn hulpverlening zijn
gelijk van belang voor een oplossing.
Sietske
Altink: “Niemand vindt prostitutie het toppunt van emancipatie ”
- informatie geven over
rechten is heel belangrijk. Dat probeert de Rode Draad te doen, maar lukt
niet altijd.
- Ze kan zich vinden in
veel van het verhaal van Marjan en Marieke.
- Naast de bestaande wet-
en regelgeving kunnen er via bestuursrecht, kaderwet en mensenrechten ook
nog zaken verbeterd worden. Via een kaderwet zou je b.v. pijpen zonder
condoom aan kunnen pakken.
- Sekswerker is geen
‘normaal’ beroep, maar een beroep vergelijkbaar met trapezewerker: je kunt
nooit iemand dwingen om het te gaan doen.
- Voor de legalisering
was er ook al criminaliteit. Dat is nu zichtbaarder geworden. Ondertussen
moet het wel aangepakt blijven worden.
- De legalisering heeft
in Nederland niet tot meer klanten geleid in de legale sector. Er zijn
zelfs 200 bedrijven gesloten.
- Het vergunningenbeleid
fungeert niet goed, maar de dorpen waar helemaal geen vergunningenbeleid
is, daar is de situatie nog steeds het ergst.
- Uit het buitenland
(b.v. Brazilië) hoort ze dat ook
daar een roep om betere arbeidsrechten is.
- Ze beveelt ook aan om
meer aandacht voor seksuele voorlichting op scholen en in de maatschappij
te besteden.
Na
de pauze: Discussie:
Als
eerste en door de hele discussie heen speelde de morele discussie hoe de
aanwezigen tegenover prostitutie als fenomeen staan. Iedereen verwerpt
misstanden, die sinds 2000 niet significant minder zijn geworden, en vindt dat
die veel meer prioriteit verdienen in de handhaving dan nu gegeven wordt.
Solidariteit met de vrouwen is belangrijk. De overheid moet meer doen aan de
mentaliteitsverhouding van de klanten en de maatschappij werken.
- Sommige aanwezigen
pleitten voor het proberen te verminderen of uitbannen van prostitutie
omdat het een vernederende situatie in stand houdt voor vrouwen. Ook
maatschappelijk gezien heeft dat een slechte invloed.
- Anderen zien onder ogen
dat het fenomeen bestaat en zal blijven bestaan en dat regulering – op
termijn – kan bijdragen aan een verbetering van de huidige situatie.
- Marjan Wijers geeft aan
dat deze moraal niet alleen geldt voor prostitutie, maar ook voor
huiselijk geweld en andere misstanden in m/v relaties. Daar is nog steeds
meer geweld dan gewenst is. De m/v verhoudingen in het algemeen moeten –
ook door de overheid – verbeterd worden.
- Pieter Tinbergen vindt
praten over arbeidsrechten vreemd, omdat hij prostitutie niet vergelijkt
met drugs- of verslaafdenproblematiek, maar eerder met zoiets als
wapenhandel.
- Er wordt in dit kader
o.a. gesproken over de situatie in Zweden, waar – heel kort gezegd - het
verboden is om klant te zijn van prostitutie. Sietske Altink geeft aan dat
de opgepakte klanten daar nauwelijks vervolgd worden. Ondertussen is het
geweld tegen de vrouwen verergerd vanwege de pakkans. En de situatie
waarin de vrouwen werken is onoverzichtelijker geworden.
- Annemarie Kerkhoff
noemt tegen het eind van de middag het verschil tussen het regelen van
arbeidsrecht en het ontmoedigen van het gebruik een verschil van aanpak
voor resp. de korte en de langere termijn. Op de langere termijn moet de
maatschappij bewuster met dit soort seksualiteit om kunnen gaan. Op de
korte termijn verdienen de sekswerkers wel al snel meer houvast in hun
ongereguleerde en slecht gehandhaafde situatie.
Stelling 1
Legalisatie
en arbeidsrecht bieden de beste mogelijkheden om de belangen van de diverse
groepen prostituees te behartigen.
Geldt
dit ook voor migranten, drugsverslaafden, minderjarigen, slachtoffers van
mensenhandel of loverboys? Hoe kan bewezen worden dat een prostituee
onvrijwillig werkt? Wanneer is uitbuiting door exploitant of klant een
arbeidsrechtelijke of een strafrechtelijke aangelegenheid?
- Jane Lobbrecht ziet
deze stelling wel waar het vroeger kinderarbeid betrof. Vrouwen kiezen ook
vaak niet bewust voor de prostitutie. Maar gezien de onuitroeibaarheid van
het werk, ziet ze deze stelling vooral als theoretisch.
- Sietske Altink is voor
de stelling, want via het arbeidsrecht kun je civielrechtelijke zaken
aanspannen.
- Peter Bosman geeft aan
dat tippelen er in ieder geval voor zorgt dat je de vrouwen nog kunt
bereiken voor hulpverlening.
- Karina Schaapman vindt
dat als je als overheid tippelen gedoogd je een heel verkeerd signaal
afgeeft over ‘acceptabele’ arbeidsomstandigheden.
- Karina Schaapman en
Bert Geurink wijzen erop dat arbeidsrechten ook arbeidsplichten kunnen en
zullen betekenen.
- Sietske
Altink geeft aan dat de arbeidsplicht bij prostitutie grotendeels weerlegd
is onlangs door de rechter: als een vrouw werk weigert, kan ze daar niet
op aangesproken worden, omdat er bij schending van die weigering juridisch
sprake is van verkrachting. Dan staat ze alsnog in haar recht.
- Cécile Lankfeld geeft
aan dat ze arbeidsrechten als belangrijke oplossing ziet in de gegeven
situatie dat prostitutie niet uit te bannen is, want door het verschil
tussen arm en rijk zullen vrouwen altijd dit werk blijven doen.
- Nevin
Özütok geeft aan dat het arbeidsrecht tot nog toe nog lang niet ontwikkeld
genoeg is. De overheid laat de misstanden nog teveel op zijn beloop.
- Ted
Peer zegt dat het verdrag over de
integriteit van het lichaam ook nog handvaten biedt om beter te handhaven.
- Verder
heeft hij nog een boude oplossing. Het gokken is in Holland Casino’s
gereguleerd. Zouden we uit dier ervaring kunnen pleiten voor
staatsprivéhuizen?
- Karina
Schaapman wijst erop dat door de mobiliteit en andere onzekere factoren je
niet kunt praten over arbeidscontracten e.d.
- Annemarie
Kerkhoff geeft aan dat de legalisering het verdoezelen van identiteit van
mensen in de hand werkt. Ted Peer reageert erop dat dat bij alle vormen
van mensenhandel en –smokkel aan de hand is inderdaad.
- Karina
Schaapman pleit wel minstens voor leeftijdseisen aan het beroep sekswerkers.
- Nevin
Özütok vindt beroepsvoorlichting voor de vrouwen belangrijk.
- Marieke
van Doornick ondersteunt deze voorlichting en beroepseisen. Ze geeft aan
dat Mariska Majoor juist om die reden haar voorlichtingscentrum is
begonnen.
Stelling 2
Slachtoffers van vrouwenhandel krijgen automatisch een
verblijfsvergunning, ook zonder aangifte.
Zal dit een aanzuigende werking hebben op handelaren en / of
migranten
- Ted Peer geeft aan dat
de B9-regeling in de hele keten bekend is, maar niet voor alle advocaten
even duidelijk is. Hij vreest voor magneetwerking, als Nederland alleen de
mogelijkheid voor een permanente verblijfsvergunning invoert.
- Karina Schaapman geeft
aan dat in België al wel een permanente verblijfstitel wordt gegeven bij
veroordeling van de dader. Dit heeft geen noemenswaardige aanzuigende
werking gehad. Het ‘faken’ van als vrouw verhandeld te zijn geweest,
gebeurt er nauwelijks.
- Marjan Wijers wil de
verblijfsvergunning loskoppelen van het justitiële proces en eerder kijken
naar het veiligheidsrisico voor de vrouwen. Dit kan tevens het doen van
aangiftes bevorderen en zo meer bijdragen aan het oplossen van de
criminaliteit.
- Marieke van Doornick
vult hierop aan dat als slachtoffers zich melden er eigenlijk standaard
een tijdelijke verblijfsvergunning zou moeten volgen. Als er dan inderdaad
ook humanitaire redenen zijn of individuele veiligheidsrisico’s in het
land van herkomst, zou een permanente verblijfsvergunning mogelijk moeten
zijn.
- Sietske Altink vult aan
dat dit dan ook zou moeten gelden voor werkers in andere branches.
Stelling 3
Migranten zouden in Nederland legaal in de prostitutie moeten
kunnen werken.
Geldt dit ook voor ander werk?
Is de overheid verplicht alternatieven te bieden?
- GroenLinks heeft zich
tot nu toe vóór deze stelling uitgesproken.
- Marieke van Doornick en
marjan Wijers lichten toe dat juist deze mensen extra kwetsbaar blijven
als ze hier alleen illegaal kunnen werken.
- Annemarie Kerkhoff ziet
geen mogelijkheden om aan te tonen dat het werk vrijwillig gedaan wordt.
Daar spinnen criminele organisaties garen bij.
- Ted Peer vertelt dat er
in de praktijk grootscheeps de hand wordt gelicht met deze regeling.
Zuid-Amerikaanse vrouwen komen nu als ‘Spaanse’ op de markt.
- Remco van de Stoep
vreest, als GroenLinks lid, dat bij het toestaan hiervan de grote armoede
van sommige landen ervoor zal zorgen dat sekswerkers hier naartoe gaan
komen en bereid zullen zijn veel te doen voor veel te weinig geld. Voor
zulke vernederende toestanden de deuren open zetten, zou hij niet willen
bevorderen. Hij zou het gebruik van en het kiezen voor werk als
prostitutie juist willen ontmoedigen. Kees van der Hulst en Bert Geurink
sluiten zich hierbij aan.
- Marieke van Doornick
geeft aan dat deze sfeer van ‘zoveel mogelijk diensten voor zo weinig
mogelijk geld’ juist bestreden kan worden door deze vrouwen een legale
status te geven en te werken aan arbeidsrecht. Sietske Altink sluit zich
hierbij aan.
- Mathieu
Heemelaar geeft
aan dat je bij het toelaten van mensen dan ook al snel praat over quota,
contingenten e.d. iets wat nogal vreemd klinkt in deze tak van werk.
- Pieter Tinbergen pleit
voor het verminderen van de vraag naar prostitutie. Hij geeft aan dat seksverslaafde
klanten eerder van hun verslaving af geholpen moeten worden.
- Ted Peer vertelt dat de
anonieme meldingstelefoon al bijgedragen heeft aan het feit dat klanten
meer opletten hoe de vrouwen eraan toe zijn, al zijn het nog niet heel
veel telefoontjes.
- Karina Schaapman is
blij dat de bewustwordingscampagne aanslaat, maar zou graag veel bredere
aandacht ervoor willen zien (postbus 51), en dan liever niet via het door
de overheid adverteren bij ‘hookers.nl’ of het door de overheid gebruiken van dezelfde seksistische
taal die de klanten al gebruiken.
- Annemarie Kerkhoff
wijst erop dat het Zweedse model misschien niet praktisch effectief is,
maar in ieder geval aan heeft getoond dat steeds meer mannen zich generen
en beschaamd zijn waar het prostitutie betreft. Marieke van Doornick vreest dat deze mannen met de mond
schaamte belijden en in de praktijk nog steeds klant zullen kunnen zijn.
Stelling
4
Een prostituee kan alleen als zelfstandige (zelfstandig
ondernemer) werken, het souteneurverbod wordt weer ingesteld.
Hoe verhoudt een gezagsverhouding zich met het recht op
lichamelijke integriteit?
- Sietkse Altink geeft
aan dat er sinds het opheffen van het verbod door de exploitanten gezegd is dat ‘loondienst voor hun
werkers tegen de mensenrechten zou zijn’. Toch constateert de
belastingdienst volgens hun regels dat ook al werken de vrouwen niet
officieel in loondienst ze volgens hun regelingen wel degelijk onder
loondienst vallen. En de rechter heeft het ‘lampekappen’ (=wachten op
klanten in de bar) ook als loondienst benoemd en alleen het ‘naar bed gaan
met iemand’ buiten de loondienst verklaard. Deze situatie is dus inmiddels
als zodanig benoemd en alle wetten en regels rond prostitutie zouden dan
ook, volgens Sietske, nog weer
eens op een rij gezet moeten worden en dan een keer echt toegepast. De
arbeidsinspectie doet b.v. nog steeds heel weinig aan controles. Dat zou
in een kaderwet beter geregeld kunnen worden. Nu moet iedere vrouw
afzonderlijk nog naar de rechter bij misstanden en overtredingen.
- Nevin
Özütok voelt zich door dit pleidooi gesterkt in de gedachte dat er nog te
weinig gehandhaafd wordt op de huidige regelingen. Als de gemeentes de wet
niet uitvoeren, kan de wet ook weinig effect hebben.
- Karina
Schaapman geeft aan dat er in Antwerpen wel echt strak gecontroleerd
wordt, met foto’s en met meer oog voor vervalsingen van bewijzen. Ze heeft
het idee dat de politie daar meer mag doen, maar vooral ook meer doet dan
in Nederland.
- Marieke
van Doornick ziet dingen mis gaan in de handhaving, omdat de politieke wil
er niet echt genoeg is.
- Over
deze stelling 4 zegt Marieke dat een souteneursverbod eigenlijk onmogelijk
is, omdat een werker altijd wel van iemand een raam of een kamer o.i.d.
huurt.
- Karina
Schaapman wil nog verder gaan dan wat Altink zegt. Ze pleit voor het
invoeren van een vergunning voor de individuele vrouwen en bij de
verstrekking daarvan moeten ze dan ook gewezen worden op zaken als de
inhoud en zwaarte van het werk, werken met condoom en andere basale,
hygiënische zaken, hoe ga je om met agressieve klanten, misverstanden over
de pil etc. Een vergunningensysteem kan ook gedwongen prostitutie
inzichtelijker maken.
- Remco van de Stoep
geeft aan dat, als medewerker bij het ministerie van justitie, hij steeds
meer exploitanten treft die de illegaliteit in gaan omdat de wettelijke
regels hun bedrijven moeilijk te runnen maken. ‘Zo moeten de vrouwen tegen
ziektekosten verzekerd worden, maar er is geen verzekering die hen
accepteert.’
- Ted Peer voegt hieraan
toe dat de overheid momenteel de vergunde sector op de hielen zit,
waardoor inderdaad de illegaliteit toeneemt. De huidige wet leidt tot
wetsontwijking en –ontduiking.
- Sietske Altink zou
willen dat gemeentes niet alleen oude, bestaande bedrijven een vergunning
geven maar juist ook nieuwe bedrijven: innovatie op de markt kan een goede
oplossing zijn om de branche moderner en gereguleerder te maken.
- Annemarie Kerkhoff
vraagt aan Marjan Wijers en Mariek van Doornick hoe zij de door hen
voorgestelde arbeidsomstandigheden concreet zien: wat zou eraan bijdragen
dat vrouwen veiliger en beter in de prostitutie kunnen werken? Marjan en
Marieke zeggen toe de informatie te leveren.
Carin
Hereijgers, 21 juni 2006