Er zijn sekseverschillen in prestaties. Jongens presteren beter dan meisjes bij rekenen/wiskunde en natuurwetenschappen. Die verschillen zijn echter klein en nemen verder af. Meisjes presteren beter dan jongens bij taal en lezen. Die verschillen zijn iets groter dan bij rekenen/wiskunde en natuurwetenschappen.

Sekseverschillen in vertraging, uitval en studierendement
• Jongens doubleren wat vaker dan meisjes in PO en VO
(ook afhankelijk van onderwijssysteem)
• EU-cijfers: meer mannen dan vrouwen van 18 - 24 jaar zijn voortijdig schoolverlater
• Studierendement van vrouwen hoger dan van mannen

Sekseverschillen in onderwijsniveau
(% 25-34 jarigen met HO-diploma in 2003)
% mannen % vrouwen
Australië 32 41
België 35 43
Denemarken 32 39
Duitsland 23 21
Frankrijk 34 41
Nederland 26 29
UK 34 32
VS 36 42
Zweden 37 44
Bron: OECD

Sekseverschillen in sector- en profielkeuze
(examenkandidaten vmbo, havo en vwo 2004)
Zie bijgevoegde illustratie
Bron: CBS

Verdeling wo-studenten over studierichtingen in 2004/05

M V
Onderwijs 1 7
Talen/geschiedenis 10 15
Sociale wetenschappen 20 27
Bedrijfskunde 21 11
Rechten 10 14
Natuurwetenschappen, wiskunde, IT 13 6
Techniek, industrie, bouwkunde 15 3
Gezondheidszorg 8 15
Overig 1 2
Bron: CBS

Zijn onderwijsloopbanen van jongens en meisjes in westerse landen verschillend?
Qua prestaties, deelname naar onderwijsniveau, vertraging & rendement:
• achterstand van meisjes/vrouwen verandert in lichte voorsprong
• invloed van sekse echter beperkt (kleiner dan van etniciteit en sociaal milieu)
• kansen op hoog opleidingsniveau voor jongens en meisjes niet zo verschillend

Zijn onderwijsloopbanen van jongens en meisjes in westerse landen verschillend?
Qua verdeling over profielen, richtingen, sectoren:
• grote sekseverschillen (groter dan naar etniciteit en sociaal milieu)
• gevolg: ongelijke maatschappelijke kansen naar sekse (vervolgonderwijs & arbeidsmarkt)

Aantal gediplomeerden in hogere bètatechnische opleidingen per 100.000 personen in de beroepsbevolking van 25-34 jaar in 2003

M+V M V M:V
FinlandVK 21721926 28422155 13551630 2,11,3
Frankrijk 1900 2217 1511 1,5
Ierland 1765 1967 1519 1,3
Zweden 1438 1783 1055 1,7
Spanje 1070 1185 912 1,3
Italië 926 1002 815 1,2
Duitsland 852 1122 526 2,1
België 760 966 512 1,9
Nederland 752 1140 300 3,8

Ondervertegenwoordiging vrouwen in bètatechnisch onderwijs:
• economisch onwenselijk, vanwege tekorten op de arbeidsmarkt
• sociale ongelijkheid, door minder kansen in vervolgonderwijs en arbeidsmarkt
• onderbenutting van talent

Onderzoek naar keuze voor natuurprofiel in havo en vwo
Vraagstelling: welke factoren zijn bepalend voor de mate van exactheid van het gekozen profiel?
• Maatschappij-profiel: niet exact
• N&G-profiel: matig exact
• N&T-profiel: zwaar exact

Natuurprofielen niet gelijk
• Vrijwel gelijke toegang tot bètatechnische studies, maar:
• Niveau exacte vakken verschilt (deelvakken/hele vakken)
• Doorstroming naar bètatechnische studies verschilt (N&G 20%, N&T 67%)

Methode van onderzoek
• Databestand 3500 leerlingen HAVO, VWO
• Profielkeuze in 2002
• Toetsen Nederlands & wiskunde
• Vragenlijsten leerlingen, ouders, scholen

Resultaten: wat bepaalt de mate van exactheid?
• Belangrijkste invloed: prestaties (wisk lj3)
• Maar ook: sekse, ouderlijk opleidingsniveau
Bij gelijke prestaties kiezen meisjes en kinderen van laag opgeleide ouders een minder exact profiel dan jongens en kinderen van hoog opgeleide ouders

Ter illustratie
VWO-ers 3e klas met tenminste 7,5 gemiddeld op meirapport voor 3 exacte vakken:
• Meisjes: 19% kiest N&T
• Jongens: 60% kiest N&T

Ook grote invloed: interesse, plezier, nut
• Goede informatie over inhoud studie en beroep nodig; doorbreken vooroordelen
• Interesse/plezier hangt sterk samen met sekse: aangeboren of aangeleerd?
• Adolescentiefase: druk van conformeren aan sekserol-stereotypen is extra hoog

Adviezen van ouders
• Bij gelijke prestaties toch verschillende adviezen: (sekse)stereotiepe denkbeelden?
• Ouders ook betrekken bij studie- en beroepskeuze-informatie

Scholen verschillen!
% meisjes per school dat in 2004 eindexamen in N&T deed

aantal havo-scholen (totaal = 464) aantal vwo-scholen (totaal = 479)
0% 242 (52%) 134 (28%)
1-5% 180 (39%) 153 (32%)
6-15% 39 (8%) 173 (36%)
> 15% 3 (1%) 19 (4%)
maximum 25% 43%

% Eindexamenkandidaten met maximale bètapakket in 1998 en 2005

1998: 3 exacte vakken 2005: N&T-profiel
m vr tot m vr tot
havo 23 7 14 22 2 11
vwo 37 19 28 29 5 16

Gevolgen van invoering profielen
• Overheid heeft door invoering profielen de bèta-deelname beïnvloed
• Ontwikkeling van hard en zacht natuurprofiel (heel en deelvak) werkt minder exacte keuze van meisjes in de hand

Vgl. Charles & Bradley (2006)
Deelname vrouwen aan IT-studies is hoger in landen waar de overheid in VO veel curriculaire verplichtingen oplegt (bv. Ierland)

Conclusie auteurs:
Als overheid merites voorop stelt: sekseneutraler keuzepatroon
In meeste landen: individuele voorkeur heilig, negeren effecten socialisatie / stereotypering

Slotconclusie
• Onderwijskeuzen zijn niet alleen resultaat van persoonlijke verdiensten
• Onderbenutting van (bèta)talent is economisch, sociaal en individueel gezien onwenselijk
• Overheid, scholen en ouders hebben invloed
op deze onderbenutting