Tijdens deze bijeenkomst spraken Niels Spierings en Jens van Tricht over toxic masculinity. In een volle zaal hadden we het over de opkomst van genderconservatisme in relatie tot populisme en steeds populairdere (extreem-) rechtse politieke partijen in Nederland. Wat kunnen wij hiertegen doen, als partij, in je werk, of als privé persoon? En is deze trend nog wel te stoppen?
Femnet Groenlinks, 6 juni 2019. Verslag en foto's door Lieke Schrijvers.
Niels Spierings opende de avond. Hij is sociaal wetenschapper aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en is expert op het gebied van rechtspopulisme, islam, en gender. Hij legde uit dat vraagstukken over gender en seksualiteit vandaag de dag vrijwel altijd aan bod komen in rechtse en/of populistische opinies, hoewel hij dit eerder meer als bijzaak zag. Volgens Niels zijn gender en seksualiteit ideale onderwerpen om morele ideeën over te mobiliseren. Dit is karakteristiek voor populisme, wat zoveel inhoudt als de wens om de status quo in stand te houden: Nederland is goed geëmancipeerd. Deze emancipatie moet niet te ver doorgeduwd worden, maar de huidige staat moet ook niet ondermijnd worden.
Radicaal rechtse partijen voegen hier tegenwoordig een sterk anti-immigratie beeld aan toe. Vaak wordt van mensen van kleur, met name migranten uit moslimlanden, verondersteld dat ze vrouwen onderdrukken, en homoseksualiteit sterk afwijzen. Dit vooroordeel wordt ruim uitgespeeld door rechtse politici, die de ‘bescherming van Nederlandse waarden’ voorop hebben staan. Hierdoor worden vragen over gender symbool gesteld in de strijd van radicaal rechts. De stemmen van rechtse politici zijn ook daarnaast ook steeds vaker gericht tegen meer open opvattingen over gender identiteit. Een voorbeeld is de heftige reactie van, onder anderen, Geert Wilders nadat de NS besloot reizigers aan te spreken met ‘beste reizigers’ in plaats van ‘dames en heren’. Thierry Baudet spreekt zich ook steeds explicieter uit tegen feminisme en gelijkheid van vrouwen. De aanval wordt zo, via gendervraagstukken, ingezet tegen migranten aan de ene flank, en feministische en queer bewegingen aan de andere.
Een belangrijke oorzaak voor het steeds explicieter worden van dergelijke opvattingen, zit volgens wetenschapper Niels in de veranderende demografie van rechtse kiezers. Hoewel statistische data nog op zich laten wachten, zijn er veel indicaties dat vooral jonge mannen uit hogere sociale milieus zich afzetten tegen gender emancipatie, en een meer ‘traditionele’, toxic, mannelijkheid propageren.
Jens van Tricht vervolgde de avond met zijn visie vanuit het sociale veld. In de bijna dertig jaar dat Jens met dit onderwerp bezig is, zo legde hij uit, is er weinig veranderd in de ideeën over gender en de invulling van mannelijkheid. Wel ziet hij steeds meer mensen die iets willen doen tegen de opkomende normalisering van geweld onder extreemrechts, en gewelddadige opvattingen over mannelijkheid die hier vaak bij komen kijken. Zo richtte hij zelf de organisatie Emancipator op, en neemt hij deel aan de internationale samenwerking MenEngage. Mannen, zo is de boodschap, kunnen niet langer stil blijven zitten en de genderemancipatie strijd door vrouwen laten voeren.
Jens kwam terug op de terminologie die we deze avond gebruikten: ‘Toxic masculinity’, giftige mannelijkheid. Met behulp van een whiteboard en stift liet hij zien hoe we nog al te vaak in hokjes van mannelijk en vrouwelijk denken, waarbij eigenschappen van de eerste categorie beter beloond worden. Hierdoor negeren veel mensen, zo stelt Jens, bepaalde eigenschappen van zichzelf. De druk om gezien te worden als een ‘echte man’ is soms zo groot, dat de mannelijkheid eigenlijk heel kwetsbaar wordt. Deze dwang om mannelijk te zijn - zo ziet Jens ook in zijn organisaties - is op zichzelf al problematisch genoeg en toxic, giftig. Toch zijn er ook steeds meer mannen die bijvoorbeeld zorgtaken op zich nemen, vrouwen die zich niet houden aan stereotype verwachtingen, en transgender of non-binary mensen die de hokjes openbreken. Juist in reactie op deze ontwikkelingen richting gender fluiditeit, neemt de weerstand onder een deel van de populatie toe. Het gaat hier niet om zomaar een willekeurig onderwerp, benadrukken beide sprekers. In tegendeel, de vraag van gender is op persoonlijk en sociaal vlak existentieel. Immers, wie ben je als genderrollen niet vast staan? Hoe geven we vorm aan familierelaties? Radicaal rechtse groeperingen spelen in op deze onzekerheid. Bij dit soort groepen, zoals ook bijvoorbeeld de Vierde Musketier, wordt jonge mannen geleerd dat mannelijkheid beschermd moet worden. Niet zomaar mannelijkheid, maar een specifieke vorm die gekarakteriseerd wordt door seksisme, trans-fobie, fysieke kracht en (verbale of fysieke) gewelddadigheid. In andere woorden, giftig.
Discussie
Het laatste deel van de avond gingen we uiteen in vier kleinere groepen om het te hebben over de vraag wat we hieraan kunnen doen, als partij, in je functie, en als privé persoon.. Verder werd er nagedacht over de ruimte die bepaalde groepen (zoals FvD) krijgt in gevestigde media. Maken we het probleem hierdoor niet groter dan het eigenlijk is? Volgens Jens is de trend niet meer te stoppen, maar anderen waren juist hoopvol voor een krachtig antwoord van links. Hierbij is het bieden van een waardevol alternatief erg belangrijk, bijvoorbeeld door middel van positieve rolmodellen. Niet alleen politici spelen hierin een rol, al op het niveau van opvoeding en onderwijs kan kinderen een bepaalde openheid worden bijgebracht over genderdiversiteit en de gelijkheid van vrouwen. Verder kwam de nieuwe campagne van Rutgers aan bod: ‘Ben je oké?’, als kleine stap naar meer veiligheid voor vrouwen en seksuele minderheden. Dit is slechts één van de vele initiatieven die proberen bij te dragen aan, in bredere zin, meer bescherming tegen seksueel geweld. In onze discussie kwamen daarnaast twee belangrijke punten vaker aan bod die we als Femnet meenemen naar de volgende bijeenkomsten.
Allereerst zag iedereen het belang om de polarisatie van het politieke debat niet verder door te zetten. In tegendeel, spreek eens buiten je ‘bubbel’ en ga het gesprek aan met mensen die er anders over denken. Aan de andere kant is het soms belangrijk om je wél sterk uit te spreken, als partij die zich in programma inzet voor emancipatie, en op persoonlijk vlak. Zo kwam er uit de avond het punt dat GroenLinks zich best sterk mag uitspreken, om duidelijk maken waar wij voor staan. Op die manier kan de partij laten zien wat er positief is aan ons idee over gendergelijkheid, in plaats van slechts te reageren op controverses uit het rechtse veld.
Daarnaast noemde Niels eerder op de avond al de inzet van gender als thema in rechtse anti-immigratie politiek. Later kwam vanuit de zaal ook de opmerking dat andere vormen van verschil weg lijken te vallen in de discussie over gender/mannelijkheid. Waar kruist gender conservatisme met lijnen van klasse en ras (immers: een groot deel van de rechtse kiezers is wit en hoger opgeleid)? Waar zijn de stemmen van migranten zelf in dit gesprek? Hoe kan GroenLinks leren van positieve ontwikkelingen binnen migratiegemeenschappen op het gebied van gender? Wat dit alles benadrukte is dat emancipatie en de strijd tegen toxic masculinity niet alleen tegen de ‘ander’ gericht kan worden – of dit nou een alt-right Facebook trol, boze buurman, of politicus is. Op persoonlijk en politiek vlak zijn er zeker nog stappen te zetten op het gebied van emancipatie, ook binnen onze eigen ‘bubbels’. Het is een gesprek wat al zeker vijftig jaar gevoerd wordt, maar wat nog altijd relevant is. We zien er naar uit om hier verder over te praten en denken. Als GroenLinks, Femnet, en als individu.