Op 18 september 2014 hield FemNet een bijeenkomst over genderkritisch onderwijs. Lees hier het verslag van Greetje Bijl en Jeroni Vergeer

Presentatie Mieke van Stigt

Feminisering in het onderwijs en de gevolgen voor jongens en meisjes

In het basisonderwijs is de verhouding M/V onder docenten 86% vrouw en 14% man.

In het middelbaar onderwijs is de verhouding 53% vrouw en 47% man.

Voor vrouwen is werk in het onderwijs vaak goed te combineren met kinderen/huishouden. Nog steeds wordt er op die gebieden meer verwacht van vrouwen.

Opvallend is dat er veel meer mannen dan vrouwen directeur zijn van een basisschool. Er is weinig instroom van jongens in de Pabo en de uitval onder jongens is groot. Degene die blijven worden gezien als kroonprinsen. Deze jongens hebben een grote kans om later directeur te worden

In plaats van feminisering van het onderwijs is het beter te spreken over ontmanning van het onderwijs. Het probleem is dat er te weinig mannen voor een baan in het onderwijs kiezen.

Inhoud en vorm

Vrouwelijk onderwijs wordt beschreven als onderwijs met meer overleg, verbale vaardigheden en meer communicatie. Echter, deze veranderingen in het onderwijs sluiten aan bij de moderne samenleving en zijn ingezet door mannelijke onderwijshervormers.

De kritiek is dat feminisering van het onderwijs leidt tot lagere kwaliteit omdat het primaat van vrouwen bij hun zorg thuis ligt. De werkelijkheid is dat deeltijdwerk leidt tot lagere kwaliteit.

Van vrouwen wordt verwacht dat ze liever deeltijd werken. Veel vrouwen geven echter aan dat ze meer willen werken, maar dat past niet in het beleid van de school. Het gaat vaak om kleine banen van enkele uren of als vervanging van zwangerschapsverlof.

Bezuinigingen leiden tot feminisering van werk, want vrouwen komen vaker in deeltijd of onzeker werk terecht.

Is feminisering van het onderwijs slecht voor jongens? Dit is niet bewezen.

Problemen met jongens komen vooral voor in het beroepsonderwijs en daar werken juist vooral mannen. Voor het gedrag noch schoolprestaties van jongens en meisjes maakt het niet uit of er een man of vrouw voor de klas staat, zo blijkt uit onderzoek.

Het jongensprobleem bestaat niet, hooguit zijn meisjes het beter gaan doen maar jongens doen het niet slechter in het onderwijs. 

Wat is dan wel het probleem? Er is momenteel veel aandacht voor verschillen tussen meisjes en jongens. Onderwijsbureaus en media springen hier op in. Onderwijsbureaus maken informatiemateriaal voor kinderen en docenten om de genderverschillen te benadrukken, zoals bijvoorbeeld jongens zijn fysieker en meisjes kunnen zich emotioneel beter verwoorden etc. En ook wordt idee gewekt dat meesters collectief dingen anders doen dan juffen.

Wetenschappers zoals Cordelia Fine (Delusions of Gender) halen deze vooroordelen onderuit.

Op alle gebieden is de overlap tussen jongens en meisjes veel groter dan de verschillen tussen jongens en meisjes. En veel bestaande verschillen zijn eerder het gevolg van socialisatie dan aangeboren.

Seksestereotypen in onderwijs en samenleving

In het debat over nurture en nature is de balans die in de jaren ’70 naar nurture neigde, nu weer omgeslagen naar nature. In onze samenleving is het onmogelijk om een kind sekseneutraal op te voeden, want opvoeden doe je niet in je eentje. Heden is het verwijzen naar biologie meer aanvaardbaar dan de verwijzing naar de invloed van de samenleving.

Gevolgen voor jongens al van jongs af aan zijn dat zij stoer moeten zijn, competitie belangrijk is, ontkennen van zachtaardige kant, associatie met homo (laagste status van mannelijkheid). Stoer gedrag is precies datgene wat niet aansluit bij de schooleisen. De grootste belemmering om succes te hebben op school is het hedendaagse concept van mannelijkheid.

School wordt geassocieerd met vrouwelijkheid=homo=lage status, de school is gefeminiseerd. Het problematiseren van ‘de feminisering van het onderwijs’ geeft de vrouwelijke leerkracht een lagere status dan mannelijke leerkrachten. Dit ondermijnt haar gezag en versterkt het idee bij jongens ‘daar neem je niets van aan’.

Meisjes: moeten lief en schattig zijn. De laagste status voor een vrouw is slet of hoer. Bij meisjes gaat het om beschikbaar zijn, je moet wel mooi zijn maar niet te mooi.

Zodra jongens en meisjes weten welke spullen bij de gender horen willen ze alleen maar roze of blauw.

Kinderen krijgen een vals genderbewustzijn: zij bevestiging zelf de rolpatronen en gedragen zich naar de verwachtingen die aan kinderen worden gesteld

Ouders en leerkrachten zijn verbaasd dat kinderen zich zo bevestigend gaan gedragen

Voor jongens is het nadeel dat zij in de stoere hoek gedrukt worden, voor zachtaardige en gevoelige jongens is geen plaats en is de school een hel.

Voor meisjes is het nadeel dat zij erg met uiterlijk bezig zijn. Zij krijgen weinig bevestiging van hun talenten en kansen.

Het bewustzijn van gendersturend gedrag verdwijnt bij ouders en leerkrachten. Het resultaat wordt toegeschreven aan biologie of persoonlijke eigenschappen. Het gevolg is dat de ongelijkheid van kansen toeneemt. Het wordt als vanzelfsprekend of onvermijdelijk geaccepteerd: ‘vrouwen zijn nu eenmaal’, ‘mannen zijn nou eenmaal’, ‘boys will be boys’.

Wat nodig is, is een bewustzijn in gendergericht gedrag. Kennis van maatschappelijke factoren van pubergedrag, van jongensgedrag, van meidenvenijn.

Bewust handelen om deze invloeden te neutraliseren, bijvoorbeeld tegen jongens zeggen wat ben jij een prettig persoon, of het is okay om te zeggen dat je ergens goed in bent tegen een meisje.

Dus geen apart jongensbeleid

Nieuw is in de ontwikkeling van het nature/nurture debat de aandacht voor neuroplasticiteit: onder invloed van (sociale) omstandigheden ontwikkelen hersenen zich verder. Bied je jongens en meisjes verschillend speelgoed en onderwijs aan dan ontwikkelen ze zich ook verschillend.

Presentatie Eefje Kerstens

‘De waardering van gender non-conforme jongens en meisjes’

Uit het onderzoek blijkt dat gender non-conforme jongens zijn de verliezers zijn.

Context: focus huidige debat over jongens en meisjes is vooral gericht op het verschil tussen jongens en meisjes.

Is het schoolsysteem te veel gericht op meisjes?

Het wetenschappelijk debat wordt gedomineerd door onderzoek naar verschillen tussen jongens en meisjes.

Het onderzoek had ook een dichotome benadering, wat zijn de onderlinge verschillen?

Volgens de groepsleiders spelen kinderen het liefst met kinderen van hun eigen sekse. Het is goed dat hier onderzoek naar gedaan wordt.

Meisjes zijn toleranter ten opzichte van gender non-conform gedrag dan jongens.

Kinderen oordelen het hardst over gender non-conform gedrag van hun eigen sekse.

Er is minder tolerantie voor gender non-conforme jongens zowel door kinderen als door volwassenen. Jongens trekken zich het meest aan van de waardering van mannelijke rolmodellen. De druk om zich aan te passen aan de gendernorm neemt toe naarmate kinderen ouder worden met een piek in de leeftijd van 14-16 jaar, maar neemt weer af vanaf de adolescentie. Dit beïnvloedt de uiting van hun genderrol.

Maar ook gender non-conforme meisjes worden minder gewaardeerd.

De afkeuring kan leidden tot stigmatisering, discriminatie en uitsluiting.

Leidt een afname van genderconformiteit tot een afname in waardering? Hoe verschilt dit tussen jongens en meisjes en hoe uit zich dit in de dagelijkse BSO-praktijk?

Jongens zijn in alle gevallen lager gewaardeerd wanneer zij gender-non conform zijn. Jongens hebben vaker negatieve waardering.

Er is meer belangrijk naast sekse in waardering

Pedagogische medewerkers constateren: meisjes wijken meer af van gendernormen, volwassenen zijn veel minder tolerant dan kinderen, jongens reageren directer op genderafwijkend gedrag. Het is voor de medewerkers geen problematisch thema.

De omgangsregels zijn algemeen: wijzen op principes van respect voor elkaars eigenheid. Pedagogische medewerkers grijpen pas in bij pesten, maar willen het gender non-conforme gedrag verder niet te veel benadrukken.

Algemene conclusie

Beide onderzoeken bevestigen beeld. Geen eenduidig beeld over ernst van gevonden effect. Antwoorden van kinderen schetsen beduidend ernstiger beeld dan ‘het valt wel mee’.

Ruimte creëren: bepaalde spelsituaties maken het makkelijker voor kinderen om gender non-conform gedrag te vertonen. Als er geen goedkeuring nodig is van andere kinderen om mee te mogen doen, er een volwassene aanwezig is en wanneer het in een kleine groep gebeurt.

Ook de groepsdynamiek en de wijk waarin de BSO staat hebben hier invloed op.

Politiek:

  • Alle scholen moeten getraind worden op gendersensitiviteit
  • Bewustzijn bij pedagogen
  • Aandacht bij opleiding
  • Salaris marktconform
  • Onafhankelijk onderzoek verdwijnt omdat onderwijsbureaus afhankelijk van de markt – verdienmodel, maar ook op de universiteit -> meer onafhankelijk onderzoek
  • Via Social Media zijn er wel onafhankelijke denkers die opstaan
  • Pedagogisch kader diversiteit – boek wat wordt verspreid

Links en literatuur:

http://stamos.nl/downloads/Factsheet_werkgelegenheid_onderwijs_naar_geslacht02122011.pdf

http://www.joop.nl/leven/detail/artikel/26749_meesters_zijn_zeldzaam_en_eenzaam/

http://www.trouw.nl/tr/nl/4556/Onderwijs/article/detail/3650668/2014/05/07/Meester-laat-basisschool-steeds-vaker-links-liggen.dhtml

Geerdink, G. (2009). Feminisering van het basisonderwijs. In Geerdink, G. (red.) (2009). Het kind, de leerkracht en het onderwijs. Terugblikken en vooruitzien. Arnhem: Pabo Arnhem. Publicatie ter gelegenheid van de tiende Frank Stötelerlezing. pp. 35-47. (als je googlet vind je de pdf versie!)

Kerstens, E. De waardering van gender non-conforme jongens en meisjes. http://dare.uva.nl/scriptie/438581 

http://www.socialevraagstukken.nl/site/2012/08/27/maak-geen-apart-jongensbeleid-in-het-onderwijs/

http://www.socialevraagstukken.nl/site/column/liever-een-slechte-meester-dan-een-goede-juf/

Paul Verhaeghe: Identiteit (de bezige bij 2012)

Anna Fels: Vrouwen en Ambitie (uitgeverij Réunion 2008)

https://www.youtube.com/watch?v=z7ihNLEDiuM Over de keuze van de meeste weerstand en de verhouding tussen individuele verantwoordelijkheid en maatschappelijke (tegen-) krachten.

Hebben meisjes wel genoeg ambitie? http://www.socialevraagstukken.nl/site/column/hebben-vrouwen-wel-genoeg-ambitie/

het verdienmodel van evidence based methodieken: http://www.socialevraagstukken.nl/site/column/het-verdienmodel-van-evidence-based-methodieken/